DE HOFJES RONDOM
Hoewel de meeste Hofjes door de manier waarop zij gebouwd zijn een wereldje op zichzelf vormen hebben zij in een stad natuurlijk altijd buren. Zo ligt achter het Hofje het Javalaantje het Bosje van Repelaar en tegenover de ingang van het het hofje heeft ooit de Frederikskazerne gestaan. Ook die beide buren mogen zich verheugen in een redelijk turbulente historie. Het Bosje van Repelaar is er nog steeds en heeft zich ontwikkeld tot een oase van rust in een rondom drukke internationale stad. De Frederikskazerne heeft in de zeventiger jaren van de vorige eeuw het onderspit gedolven en is vervangen door een groot appartementengebouw. Maar iets verder weg in omgeving vinden we ook nog enkele Hofjes die het vermelden (en bezoeken) zeker waard zijn. (Onderstaand overzicht uit het Monumentenoverzicht van Den Haag.)
Foto: DSO, 2004
DE MALLEMOLEN
De Mallemolen is een bijzonder woonhofje in het hart van de Haagse Archipelbuurt. Ingeklemd tussen de Javastraat, de Laan Copes van Cattenburgh, de Paramaribostraat, de Surinamestraat en de Balistraat, omvat de Mallemolen een 55-tal uiterst kleine woningen die in de eerste naoorlogse jaren van de 20e eeuw het domicilie werden van een generatie kunstschilders, schrijvers, dichters, beeldhouwers, acteurs en cabaretiers.
De ‘Malle Molen’ was de bijnaam van een grote molen die vanaf 1613 stond ongeveer op de hoek van de huidige Balistraat - Javastraat, rechts aan de overkant, vanuit het Javastraatgedeelte waaraan het hofje ligt gezien. Het bouwjaar was wellicht niet slim gekozen, want de molen had geen geluk. Al vrij snel nadat hij was gebouwd, verloor hij drie van zijn wieken in een zware storm. De vierde wiek was nog half aanwezig, maar hing er geknakt bij. Zo heeft de molen nog vele jaren naast een boerderij in het veld gestaan. Dat was een raar gezicht en vandaar de naam ‘Malle Molen’. In 1678 heeft men hem afgebroken. Het hofje Mallemolen dateert van 1868.
Het oudste deel van het Mallemolenhofje is eind 18e eeuw gebouwd om Franse soldaten te huisvesten tijdens de Napoleontische tijd. Het jongere gedeelte is omstreeks 1830 gebouwd in Boers-Vlaamse stijl toen Nederland en België tijdelijk verenigd waren. Er hebben veel bekende Nederlanders in dit hofje gewoond, zoals Jan Cremer, Kees van Bohemen, Lotti van der Gaag, Dolf de Vries, Helga Ruebsamen, F.B. Hotz en Paul van Vliet.
SCHUDDEGEEST
Hof Schuddegeest is een van de eerste voorbeelden van Nederlandse arbeiderswoningbouw waarbij niet speculatieve, maar ideële doeleinden voorop stonden. Het complex is gebouwd tussen 1854 tot 1856 als eerste bouwproject van de Koninklijke Haagse Woningvereniging van 1854, naar ontwerp van architect E. Saraber. Sinds 1990 staat het hof op de lijst van Rijksmonumenten. Het complex bestaat uit 53 woningen aan het Schuddegeest en twee woningen aan de Mallemolen en is verdeeld in beneden-, boven- en hele woningen.
De hofjeswoningen aan het Schuddegeest en de Mallemolen zijn rustig gelegen in de fraaie vanaf 1869 in eclectische stijl gebouwde gebouwde Archipelbuurt. De wijk telt een flink aantal hofjes die bedoeld waren voor kleine zelfstandigen, arbeiders en militairen. Het hof ligt tussen de Surinamestraat, Javastraat en Balistraat. Mede gezien de centrale ligging nabij het centrum van Den Haag en de uitvalswegen is de bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer uitstekend. Parkeren is mogelijk in de omgeving. Op korte afstand van het hofjescomplex bevindt zich in de Javastraat en de Frederikstraat een aantrekkelijke verscheidenheid van winkels en horecagelegenheden.
De woningen aan het Schuddegeest worden bewoond door eenpersoonshuishoudens, 16 woningen zijn geschikt voor bewoning door twee personen. De leeftijd van de huurders varieert.
Foto: R. der Booij, 7 april 2005
HOFJE AAN DE DENNEWEG
Foto: B. Koopmans, oktober 2003
HOFJE VAN VAN OIJEN
Exploitatiehofje van twee rijen woningen uit 1773 naar ontwerp van A.T. Zodaer gelegen achter de hoofdbebouwing van de Denneweg. Bekend onder de naam Hofje van Kuijpers of Hofje van Suzanne Suerkann.
In 1773 bouwde meester-timmerman en schrijnwerker Arnoldus Theodorus Zodaer de twee rijen met in totaal achttien huisjes op een terrein achter de huizen van de Denneweg. In een verkoopacte van 24 juli 1775 wordt het beschreven als 'een Hofje, bestaande in 18 daar door den verkooper in de jaren 1773-1774 nieuw getimmerde huisjes en erven, gelegen op den Dennenweg onder Haag-ambacht'. In 1786 werd het verkocht aan meester-timmerman Adrianus Kuypers en in 1819 kwam het in het bezit van de in Amsterdam wonende Susanna Zuerkann. Naar beiden wordt het hofje ook wel het hofje van Kuypers en het hofje van Susanna Zuerkann genoemd.
Er zijn momenteel nog zestien huisjes bewaard gebleven omdat in 1903 er twee werden opgeofferd ten behoeve van nieuw te bouwen huizen aan de Nieuwe Schoolstraat. De twee rijen huisjes bestaan uit begane grond en verdieping onder met pannen gedekte doorlopende zadeldaken. De oorspronkelijk in schoon metselwerk uitgevoerde gevels zijn later afgewerkt met een witte sauslaag. De woningen zijn voorzien van het voor Zodaer kenmerkende geprofileerde fries dat de getoogde ramen van de zolderverdieping met elkaar verbindt. De uitbouwtjes met de toiletruimte voor de huizen zijn in 1901 aangebracht
Het Hofje van Van Oijen is een exploitatiehofje uit de tweede helft van de negentiende eeuw, gelegen achter de hoofdbebouwing aan de Javastraat.
Dit traditioneel achter de gevelrij gelegen hofje uit de tweede helft van de negentiende eeuw is genoemd naar een kapper die ooit in de straat woonde. Het hofje wordt betreden via een brede, getoogde poort tussen Javastraat 227 en 261. De hoofdopzet van het hofje van Van Oijen bestaat uit twee tegenover elkaar gesitueerde rijen huisjes (nrs. 229 t/m 241 en 249 t/m 259) van een bouwlaag onder doorlopende met pannen gedekte kappen.
De nummers 257 en 259 zijn later uitgebreid met een verdieping. De woningen zijn aan de voorzijde voorzien van in het eerste kwart van de twintigste eeuw aangebrachte bakstenen uitbouwen. De witgesausde bakstenen gevels worden beëindigd door een eenvoudige houten, geprofileerde kroonlijst. Achter in het hofje staat nog een rij van drie dwars geplaatste woningen (nrs. 243 t/m 247), nu in gebruik als atelier.
Het hofje van Van Oijen is van architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een op een binnenterrein gesitueerd negentiende eeuwse exploitatiehofje in één van de eerste stadsuitbreidingen buiten het centrum.
Foto: B. Koopmans, sept. 2004
HET LAMMERSHOFJE
Het Hofje van Lammers ligt aan de Schelpstraat in Den Haag. Deze loopt van de Schelpkade naar de Cantaloupenburg, evenwijding aan de Javastraat.
Het hofje is opgericht in 1875 uit de nalatenschap van Johanna Lammers en haar eerder overleden broer Dirk Lammers. Geschat wordt dat zij in ieder geval zes en misschien wel acht miljoen gulden naliet. De architect was B. Schippers. Hij bouwde twee rijen huisjes die tegenover elkaar stonden aan een gezamenlijke centrale tuin, een rij voor protestante bewoonsters en een rij voor katholieke bewoonsters. Er waren enkele regels: De bewoonsters mochten alleen 's middags was buiten hangen, niet op zondag de ramen wassen en geen mannen op bezoek krijgen.
Johanna Antonia Lammers (Den Haag, 16 juli 1787 - aldaar 6 januari 1874) trouwde in 1808 met Hendrik Roeloffs. Zij woonden in de Molenstraat in Den Haag. Haar vader had een papierwinkel aan het Spui, haar man was ambtenaar. Ze kregen een zoon in 1813. Na het overlijden van haar man in 1843 en haar zoon in 1844 verliet zij de Molenstraat en trok in bij haar broer op Bierkade 5. Hij overleed ongehuwd en liet alles aan haar na. Ineens was zij een rijke weduwe met geld en diverse panden en pachtboerderijen. In haar testament beschikte zij dat het geld naar charitatieve doelen moest. Na haar overlijden worden vier stichtingen opgericht met de naam Dirk en Johanna Anthonia Lammers-Stichting.